Dertig miljard dollar per jaar investeren in voornamelijk gas. Gaat dat wel goed, vraagt Errol Keyner?

Milieugroeperingen hebben hem verfoeid, maar beleggers dragen scheidend topman Peter Voser op handen.

Naast voortzetting van het mega-investeringsbeleid van zijn voorganger, durfde hij de kostenstructuur onder handen te nemen, te snoeien in Shell’s verstikkende bureaucratie en bedrijfsonderdelen te verkopen. Ondanks de investeringen wist Voser schulden te reduceren en aandeelhouders te behagen met een aantrekkelijk dividend.

Of alle lof terecht is, zal pas over vele jaren blijken. Wellicht dat zijn opvolger nog grotere stappen zal nemen in de afslanking van het concern. Bovenal moet nog maar blijken dat de jaarlijks grofweg dertig miljard dollar aan investeringen echt zullen lonen.

Shell is optimistisch. Naar eigen zeggen renderen projecten die tien jaar geleden zijn opgestart net zo goed als die van twintig jaar terug. De onderneming verdiende flink met investeringen tijdens periodes van zowel lage als hoge olieprijzen. Over tien jaar weten we of Shell ook goede winsten zal maken met de projecten die ze vandaag opstart.

Gasgok gecalculeerd

Shell zet vol in op gas. Niet alleen groeit de wereldbevolking van zeven naar negen miljard binnen enkele decennia, ook zal de welvaart in (voormalige) ontwikkelingslanden sterk toenemen. De energiebehoefte valt nauwelijks bij te benen.

Gas is daarbij veel schoner dan steenkool en olie. Concurrentie van kernenergie is voorlopig weinig waarschijnlijk, gezien de sentimenten na de ramp in Japan. Duurzaam geachte alternatieve energiebronnen als zon en wind zullen volgens Shell bij lange na niet in staat zijn aan de extra energiebehoeftes te voldoen.

Naast conventionele gaswinning, is Shell een van de leiders in het winnen van schaliegas. Daarnaast pioniert de onderneming in het transformeren van gas in olieproducten.

Haken en ogen gasstrategie

De gasstrategie is echter geen garantie voor succes. Zo is het verdienmodel van schaliegaswinning kortstondig. Schaliegasvelden zijn typisch al na enkele jaren niet meer rendabel, zodat snel moet worden geswitcht naar nieuwe velden. Het “drilling model” noemt Voser het liefkozend. Hopelijk is het geen camouflage voor een structureel weinig rendabele business.

De aanhoudend lage gasprijs in Noord-Amerika, veroorzaakt door de grootschalige schaliegaswinning, zal hem in ieder geval frustreren. Gelukkig zijn de prijzen in Europa en Azië twee- tot driemaal zo hoog en kan daar het grote geld worden verdiend.

Energiecentrales sluiten contracten voor vele jaren met grotendeels vaste prijzen, dus lagere prijzen zullen vertraagd aankomen bij Shell. Overlopende prijsdruk vanuit Noord-Amerika zal sowieso beperkt zijn. Het transporteren van gas (nadat het vloeibaar is gemaakt) maakt geëxporteerd Amerikaans gas bijna net zo duur als in Europa of Azië.

Hiermee blijven de continenten geïsoleerde prijsvorming voor aardgas houden. Het grootste gevaar zou een schaliegasrevolutie buiten Noord-Amerika zijn. Gelukkig voor Shell is de weerstand in vooral Europa groot uit angst voor milieuschade.

Shell blij met milieugroeperingen: het kan verkeren.

Errol Keyner is adjunct-directeur bij de Vereniging van Effectenbezitters (VEB), maar schrijft dit artikel op persoonlijke titel. De auteur heeft geen positie in Royal Dutch Shell.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl